Wonen is leven
 
 
De overerfelijkheid van armoede willen we voorkomen
In Rijswijk leven zo’n 2300 gezinnen onder het sociaal minimum. Van alle kinderen groeit 13% op in armoede. Onder aanvoering van Björn Lugthart, wethouder Sociale zaken, Zorg en Volksgezondheid, maakt de gemeente Rijkswijk extra werk van armoedebestrijding. Ze neemt niet alleen maatregelen om deze gezinnen te ondersteunen, ze zoekt ook de samenwerking met maatschappelijke partners om schrijnende situaties te signaleren en te voorkomen.

Hoewel Rijswijk regionaal wat armoedecijfers betreft zeker niet vooroploopt, staat armoedebestrijding toch hoog op de agenda van Lugthart. Daarbij speelt zijn persoonlijke motivatie een belangrijke rol: “Als kind heb ik meegemaakt wat armoede kan doen met een gezin. Toen de vader van een klasgenoot overleed, veranderde zijn thuissituatie zo drastisch. Nu ik ouder ben en iets terug kan doen voor de maatschappij, wil ik me juist op dat terrein inzetten.”

Tweeoudergezinnen
Om de juiste huishoudens te helpen, liet Lugthart na zijn aantreden een onderzoek uitvoeren. “Aanvankelijk dachten we dat de situatie van AOW’ers het meest schrijnend zou zijn, maar uiteindelijk bleken het toch de tweeoudergezinnen met kinderen te zijn. Zij komen maandelijks zo’n driehonderd euro tekort.”
 
“Samen met de gemeenteraad hebben we alle pijlen als eerste op deze gezinnen gericht – en dan met name op de kinderen. De overerfelijkheid van armoede wil je tenslotte voorkomen. Voor kinderen is er nu, naast de bestaande Ooievaarspas, een schoolspullenpas, een computerregeling en een schoolreisvergoeding. Zo kunnen ze gewoon meedoen op school. Ook is er een weggeefwinkel van de grond gekomen, waar gezinnen kleding kunnen krijgen.”

“Met deze maatregelen hebben we een belangrijk gat gedicht. Er zijn gemeentes die nog veel verder gaan. Die bieden bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer in de vakantie. Maar dan tast je de solidariteit aan. Ouders die net iets meer verdienen, kunnen hun kinderen dat niet bieden. Dan krijg je ongelijkheid. Daarom houden wij het bij de huidige maatregelen.”

Armoedepact
De gemeente Rijswijk wil niet alleen armoede bestrijden, maar ook voorkomen. Daarvoor zoekt de gemeente nadrukkelijk de samenwerking met andere partijen: “Er is nu bijvoorbeeld al een bank die in het armoedepact zit. Die kent haar klanten, ziet wat er op de rekeningen gebeurt en kan die mensen preventief van advies voorzien.”

En zo ziet Lugthart nog meer mogelijkheden tot signalering: “Kerken bijvoorbeeld kennen de mensen en zijn vaak op de hoogte van hun problematiek. En ook huisartsen kunnen signaleren. Ze hoeven het niet zelf op te lossen, maar kunnen bijvoorbeeld wel een sociaal wijkteam of een maatschappelijk werker inschakelen. Die partijen kunnen dan een gesprek aangaan. Zo zorg je ervoor dat je vroeg inspeelt op de situatie.”

Convenant voorkomen huurschulden
Ook de woningcorporaties vormen een belangrijke maatschappelijke partner in armoedebestrijding en vroegsignalering. Lugthart: “Als huurders in de financiële problemen zitten, merken corporaties het vaak als eerste. Ik ben dolgelukkig dat de woningcorporaties het probleem erkennen en willen aanpakken.”

“Het ergste wat ik sinds mijn aantreden heb gezien, is toch wel een huisuitzetting. Dan staat er een container voor de deur en daarbovenop ligt dan zo’n knuffel van een kind. Die impact op de kinderen, op zo’n gezin en op de samenleving eromheen is zó groot, dat moet je zoveel mogelijk willen voorkomen. Daarom ben ik blij dat de corporatiedirecteuren het convenant ‘Samenwerkingsafspraken voorkomen problematische huurschulden Rijswijk’ hebben ondertekend.”

Flatcoach
Als het aan Lugthart ligt, gaat de samenwerking met de corporaties in de toekomst nog verder: “Samen met de corporaties en andere partners in het maatschappelijk middenveld moeten we nieuwe woonconcepten bedenken. Want die zijn en blijven nodig.”

“Mooi voorbeeld vind ik de pilot die nu loopt met de Flatcoach. Samen met Stichting Welzijn Rijswijk, zorginstelling Florence en de corporaties hebben we een antwoord willen geven op de vraag: hoe kunnen we mensen die langer thuis moeten wonen, beter ondersteunen? Met de Flatcoach regelen we dat. Die coach komt uit het welzijnsveld en kan ook conciërgetaken vervullen. Moet hij voor een reparatie bij een huurder langs, dan ziet hij meteen de situatie bij de mensen thuis. En is er iets aan de hand, dan kan hij actie ondernemen. Ook is hij er om mensen te helpen met hun papieren, en om de sociale cohesie te versterken, bijvoorbeeld met dagactiviteiten.”

Succes
Lugthart gaat verder: “Tot nu toe zijn de Flatcoaches heel succesvol. In één flat waar een coach werkt, eten de bewoners nu iedere avond samen. Het is zo leuk om te zien hoe één persoon de hele leefomgeving kan veranderen. In een andere flat, zonder Flatcoach, hebben bewoners zelfs het initiatief van een buurthuiskamer gekopieerd. Wat mij betreft gaan we in de toekomst verder met dit soort initiatieven. Daar hebben alle partijen belang bij, zeker niet in de laatste plaats de bewoners.”
@vidomes
 
facebook.com/vidomes
www.vidomes.nl